5123.86 Index schepenprotocol Vught (5123.86)
Samenvatting op bhic.nl:
Compareerden voor heeren scheepenen ondergenoemt Peter van Mentsel woonende tot ’s Bosch en Adriaan de Groot woonende tot Tilborgh beijde molenmeesters respee dewelke ter requisitie van de gesaamentlijke kinderen en erffgenaaamen van Johan van Heeswijk en Elisabeth Nagelmakers in leven egteluijden verclaerde onder presentatie van eede des noods en gerequireert werdende aff te legge gewardeert en gepreiseert te hebben de volgende gaende en roerende werken van de molen tot Vught in volgen als volgt. Eerstelijk verclaerden deselve den looper van de voormolen bevonden te hebben dik te weesen elff duijm en een quarter duijms te betalen volgens de coopsconditie tegens 15 gls den duijm. Item den ligger van den voormolen bevonden orde te weesen 5 duijm en drie quarter duijms mede te betaalen als voor tegens 15 guldens den duijm. Iten dem looper van den agtermolen bevonden dik te wesen 9 duijm en een quartier duijms te betaalen als voor tegens 15 guldens den duijm. Den ligger van den achtermolen bevonden onbruijkbaer. Het groot ijserwerk van den voormolen het stuk ijser, hals, tijn en spoor met haal en zichtboom, en vonder te zaamen gepriseert op 73 guldens. Het groft ijserwerk van den agtermolen de houte spil met haar ijserwerk hals, tijn, spoor, lichtboom en vonderen gewardeert op 32 gls. Item op den voormolen het lenkhout, kuijpen en deksel, kar schoen karboomen mulderskisje en meelbak met de meel pijp gewardeert op 18 guldens. Item op den agtermolen het lenck hot cuijp en deksel, karboomen en schoenkar en sijn toebehooren gewardeert op 12 guldens. Het rad van de voormolen met de kammen, staven, schijven, banden en bouten met hun toebehooren gepriseert op 155 guldens. Het agterste camrat, met het lonsel en sijn toebehooren gepriseert op 35 guldens. Het luijck werk met het gaffel rad en het cleijn rad met het aske gepriseert op 12 guldens. Het cruijaske met de cruijkettingh gewardeert op 5 guldens. De praam van de molen en praam scheijen, praambalk met haar ijserwerk en
haar toebehooren gepriseert op 11 guldens. Item den vuijst hamer en handboom gepriseert op 2 gls, tien stuijvers. Item den steenreep en klamandel gepriseert op 9 gulden. De molenasch onbruijkbaer bevonden gewardeert op 15 guldens. De binneborst met haar lassen en bouten, bande en soomen en scheijen met har toebehooren gepriseert op 39 guldens. De buijteborst met haare lassen bouten banden en soomen en scheijen gepriseert op 22 guldens. Den buijten leep en binnen leep met het praamtouw gepriseert op 3 guldens, drie stuijvers. Somma totalis deser prisatie bedraagt 867 gld 8 stuijver. Getuijgen waaren hier over Hendrik van Eijndhoven en Cornelis van Esch scheepenen in Vught gedaan op huijden den eersten augustus 1729. H. v. Eijnhoven, Cornelis van Esch, in kennisse van mij D. Ragaij.